Klaas Lub

Jodentreinen

Klaas Lub was een jongeman van 20 toen hij werd gemobiliseerd en in Oirschot bij Eindhoven werd gestationeerd. De avond voor de Duitse inval moest hij wachtlopen zijn commandant verteld hem om de lucht in de gaten te houden. Dat vond hij een rare opmerking, ‘’Alsof de Duitsers uit de lucht zouden komen vallen.’’ De volgende dag werd Nederland gebombardeerd en Klaas kreeg de opdracht om  Dordrecht te gaan. Ze hebben een paar dagen stand kunnen houden maar de oorlog was net zo snel afgelopen als dat het was begonnen.

Bron: Joodse gevangen verzamelen zich op een open veld om op transport te gaan.

In 1941 kon hij aan de slag bij de Nederlandsche Spoorwegen als leerling-machinist in Zwolle. Het was zijn taak dat het vuur brandde en de trein reed. Machinist was tijdens de oorlog een gevaarlijk beroep, omdat treinen een geliefd doelwit waren voor luchtaanvallen. Zo is Klaas tijdens een rit een collega verloren. In zijn tijd als leerling machinist is hij een keer naar Westerbork gereden. Deze naam zij hem niets en tot zijn verbazing stopte ze niet bij een station maar op een open veld langs een stenen weg. Pas later hoorde hij dat Westerbork een kamp was waar Joden werden te werkgesteld.

 

Klaas is niet lang machinist geweest. Na een cursus werd hij wagenmeester op het station in Zwolle. Hier kwam hij meer in aanraking met Jodentreinen. Hij controleerde de wielen van de trein en bepaalde of de trein veilig kon rijden. Hij lette op de wielen niet op de passagiers. Inmiddels wist hij dat deze treinen naar Westerbork gingen maar dat de mensen vervolgens naar Duitsland gingen, heeft hij nooit geweten.

Als er een trein op het station stopte, stond het perron vol Duitsers. Als hij al contact had willen maken met de passagiers, dan had niet gekund. De transporten verliepen rustig en keurig.

 

‘’Als ik had geweten wat die mensen te wachten stond, dan had ik natuurlijk wel anders gereageerd, maar je wist niks. Ik had de macht om een trein op het station te houden, om opdracht te geven dat iedereen uit moest stappen. Als ik zei dat de trein niet door kon rijden, dan reed de trein niet door.’’ Klaas Lub

 

Voor de mannen bij de spoorwegen was het gewoon een baan om brood op plank te krijgen. Met de toename van bombardementen en aanvallen was je allang blij dat je ’s avonds ongedeerd thuiskwam.

 

‘’Als het luchtalarm afging, dan moesten wij op onze post blijven, er kon immers altijd een Jodentrein aankomen.’’ Klaas Lub

 

 

Bron: Klaas Lub (voorop met onbekende man 1945. Machteloos?, 2007.

 

Uit pure nieuwsgierigheid heeft hij na de oorlog samen met collega’s het kamp Bergen- Belsen bezocht. Hier drong het pas door hem door dat de verhalen van de kampen echt gebeurd waren. Maar zelfs op het terrein van een voormalig concentratiekamp, bleef het moeilijk om te bevatten wat de Joden was aangedaan.